Bijkomende straffen die kunnen worden opgelegd zijn:

• inbeslagneming van eigendommen;
• verbod om motorrijtuigen te besturen.

Hoofdstraffen die kunnen worden opgelegd zijn:

• Bij een misdrijf: jeugddetentie, taakstraf of geldboete.
• Bij een overtreding: taakstraf of geldboete.

Maatregelen die kunnen worden genomen zijn:

• plaatsing in een jeugdinrichting (PIJ-maatregel);
• inbeslagneming van illegaal verkregen goederen (bijvoorbeeld gestolen spullen);
• schadevergoeding;
• ontneming van opbrengsten die op illegale manier verdiend zijn (geld dat is verdiend met misdaden in beslag nemen).

Taakstraffen worden steeds vaker opgelegd in plaats van een vrijheidsstraf (bij een vrijheidsstraf wordt de dader gevangen gezet: de vrijheid wordt hem/haar dus ontnomen). De taakstraf is gericht op het afleren van slecht gedrag. Een taakstraf bestaat uit een werkstraf, leerstraf of een combinatie hiervan.

Een taakstraf voor minderjarigen wordt opgelegd door het Openbaar Ministerie en kinderrechter. Bij een minderjarige kan een taakstraf in plaats komen van een jeugddetentie of een geldboete. De Raad voor de Kinderbescherming begeleidt taakstraffen voor minderjarigen.

In het jeugdstrafrecht is de hoogte van de geldboete minstens 3 euro en hoogstens 3.800 euro. De rechter bepaalt per geval wat de hoogte is.

Nachtdetentie is een vorm van voorlopige hechtenis. Bij nachtdetentie gaan jongeren overdag naar school en zitten de rest van de tijd in detentie, ook in het weekend. Met nachtdetentie kunnen zij hun opleiding blijven volgen.

Wanneer geldt het jeugdstrafrecht?

Het jeugdstrafrecht geldt voor kinderen van 12 tot 18 jaar.

Kinderen tot 12 jaar kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd. De politie mag kinderen tot 12 jaar wel aanhouden, fouilleren en verhoren.

Voor iedereen vanaf 18 jaar geldt het volwassenenstrafrecht. Het jeugdstrafrecht geldt bij uitzondering voor sommige mensen tussen de 18 en 21 jaar. De leeftijd van de dader op het moment van het strafbaar feit is bepalend.

Volwassenenstrafrecht voor jongeren van 16 en 17 jaar

In een aantal situaties kan de rechter voor jongeren van 16 of 17 jaar bepalen dat niet het jeugdstrafrecht maar het volwassenenstrafrecht geldt:

Als het gaat om een ernstig strafbaar feit (bijvoorbeeld moord).

Als de persoonlijkheid van de dader die aanleiding geeft.

Als de omstandigheden bij het strafbaar feit die aanleiding geven.

Jeugdstrafrecht voor volwassenen van 18 tot 21 jaar

De rechter kan het jeugdstrafrecht voor jongeren van 18 tot 21 jaar toepassen als:

De persoonlijkheid van de dader die aanleiding geeft.

De omstandigheden bij het strafbaar feit die aanleiding geven.

Overlast van jongeren is een groot probleem in Nederland. Uit onderzoek blijkt dat 10 procent van de bevolking last heeft van groepen jongeren op straat en dat 15 procent zich zelfs onveilig voelt. Soms gaat overlast over in jeugdcriminaliteit. Jongeren plegen dan misdrijven, zoals geweld, diefstal of mishandeling. Om de veiligheid op straat te vergroten, bestrijdt de overheid overlast van jongeren en jeugdcriminaliteit. Dit gebeurt onder andere door vroegtijdig in te grijpen, snel te straffen en goede nazorg te bieden.