Platenproducer van de Laar werd op 10 november 1981 met een schotwond in z’n hoofd aangetroffen in zijn woning in Hilversum. Hij overleed hieraan drie dagen later. Hunnik werd twee jaar na de moord gearresteerd en bekende aan de politie dat hij Van de Laar, met wie hij een kortstondige seksuele relatie had gehad, gedood had. Hij trok zijn bekentenis later in.
Op verzoek van Hunniks advocaten is opnieuw onderzoek gedaan naar de moord. Het nieuwe feitenonderzoek heeft geen enkele bevestiging opgeleverd van de bekentenis van de veroordeelde, zo maakte de advocaat-generaal vorig jaar bekend, terwijl de twijfels over het waarheidsgehalte ervan zijn vergroot.
Hunnik was tijdens de verhoren zwaar onder druk gezet door de politie, zei hij. Hij had psychische problemen, maar wist zeker dat hij de moord niet had gepleegd.
De ene rechercheur, een grote grijsaard, kwam heel intimiderend over. Zei dat ik niet mocht roken. En dan weer wel. En dan weer niet. Die andere deed lief en dan schopte de eerste weer bijna de poten onder mijn stoel vandaan.”
Het misdrijf is inmiddels verjaard en de drie mensen die in de nieuwe verklaringen van de getuigen worden genoemd, kunnen niet meer worden vervolgd. Een van hen is al overleden.