De eed en de belofte zijn plechtige verklaringen van een getuige op een rechtszitting dat hij de waarheid zal spreken.
Als je gelovig bent, leg je de eed af, anders ga je voor de belofte. De teksten luiden ongeveer als volgt:
‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig’ (eed)
‘Dat beloof ik’ (belofte)
Een getuige is verplicht, de waarheid te spreken. Als hij opzettelijk een valse verklaring aflegt, maakt hij zich schuldig aan meineed.